Hoog bezoek van Susanna en Jonathan van Sciensano, een federaal instituut dat zich inzet voor volksgezondheid en wetenschap. Ze vertelden ons over hun unieke project: De Grote Voedselkaart.
Voor sommigen is Sciensano wellicht een onbekende naam, tenzij je de coronacrisis van dichtbij hebt gevolgd. Dit instituut speelt een cruciale rol in het bewaken en verbeteren van de volksgezondheid in België, door aandacht te besteden aan zowel menselijke als dierlijke gezondheid en onze omgevingsfactoren. Het team is veel groter dan de gezichten die we tijdens de pandemie op televisie zagen; het telt honderden mensen die zich continu inzetten voor wetenschappelijk onderzoek.
Het nieuwe project dat Sciensano nu lanceert, heet De Grote Voedselkaart. Dit burgerwetenschapsproject stelt ons in staat om de voedselomgevingen waarin we leven op een subjectieve manier in kaart te brengen. Dat betekent dat het niet alleen gaat om de fysieke beschikbaarheid van voedingsmiddelen, maar juist om hoe wij als individuen onze directe voedselomgeving ervaren.
De voedselomgeving betreft meer dan je zou denken. Het heeft te maken met de fysieke beschikbaarheid van winkels, de economische en culturele context, en zelfs de muzikale sfeer in de supermarkt. Al deze factoren beïnvloeden hoe en wat we kiezen om te eten. Door bewustwording te creëren bij burgers, hoopt het project bij te dragen aan gezondere voedingskeuzes op lange termijn.
Als we spreken over voedselwoestijnen en voedselmoerassen, hebben we het over gebieden met onvoldoende gezonde opties of juist een overvloed aan ongezonde opties. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat ongeveer 75% van Vlaanderen onder de categorie voedselmoeras valt. Dit betekent dat er veel meer ongezonde eetgelegenheden beschikbaar zijn dan gezonde alternatieven.
Het uiteindelijke doel van de Grote Voedselkaart is om gemeentebesturen en beleidsmakers handvatten te bieden voor gezonder lokaal voedselbeleid. Denk aan promotiemaatregelen voor gezonde voeding of beperkingen op fastfoodrestaurants rond scholen. De resultaten van het onderzoek kunnen zowel lokaal als mogelijk op nationaal niveau integreren in nieuw gezondheidsbeleid.
Tot de volgende!