#63 Supplementen

Alweer een gast in onze studio! Jelle D’Helft van Springfield-nutra is een internationaal gewaardeerde ervaringsdeskundige als het over de ontwikkeling van voedingssupplementen gaat. Deze aflevering geeft jou meer inzicht in het nut van supplementen, in de samenstelling en de formules er van en de reden waarom een supplement van het het ene merk beter werkt dan dat van een ander merk.

Transcriptie

Luck (00:00:03) – Welkom bij het derde seizoen van Beetweters. Een seizoen waarbij we nog verder, dieper en breder op zoek gaan naar een complete levensstijl. We gaan niet alleen op zoek naar gezonde voeding, maar naar zoveel meer. We willen alle lagen en alle facetten ontdekken. Met nog meer informatie, nog meer gasten en nog betere informatie. Welkom bij Beetweters. Ik wil bij deze de luisteraar waarschuwen dat we op heel hoog niveau gaan. Ik verklaar mij nader. We zijn ooit begonnen met eiwitten, koolhydraten, vetten. Heel simpel. We hebben het zelfs over het gevaar van koffie gehad, acrylamide. Maar nu gaan we een hele grote stap vooruit zetten. Daarom waarschuw ik de gevoelige luisteraar. Want we hebben heel lang dit onderwerp gemeden, zeg maar. We hebben het nooit willen hebben over voedingssupplementen, Sven. We hebben dat twee jaar uitgesteld.

Sven (00:00:57) – We hebben dat inderdaad twee jaar uitgesteld.

Luck (00:00:58) – Één, omdat er heel veel merken zijn op de markt. En ten tweede, we willen absoluut geen fouten maken en we willen alleen maar de juiste informatie geven.

Sven (00:01:06) – Ik denk Luck, als je zegt, we hebben het altijd vermeden, ik denk dat we’t in ’t verleden al wel eens gehad hebben. Ik heb al wel eens vernoemd dat ik vind dat bepaalde supplementen een basis zijn. En daarmee bedoel ik dan de omega drie en de magnesium. Dat is mijn mening daarover. Maar verder zijn we inderdaad niet gegaan.

Luck (00:01:21) – En we hebben de bewijzen zelfs op tafel gelegd. We hebben het verhaal gedaan over mijn moeder toevallig dan die met pijnlijke benen wekenlang niet geslapen heeft en door magnesium is dat eigenlijk een stuk beter. Maar het wil nu lukken dat we een meneer in de studio hebben. Dag Jelle.

Jelle (00:01:37) – Gegroet, gegroet!

Luck (00:01:39) – En Jelle die weet daar iets meer van. Maar ik ga direct het vuur aan de schenen leggen, Jelle. Want we hebben ook de supplementen ooit vermeden omdat daar ook wel wat verkeerde begrippen over bestaan. Sommige mensen zeggen ja, het is niet nodig om voedingssupplementen te nemen en het is veel te duur. Krijgen we ook al wel eens een keer te horen. En ik ga ervan uit dat er ook andere meningen zijn dan de die, laat ons dat eerst van tafel vegen. Waarom zeggen mensen dat het te duur is en dat het niet nodig is?

Jelle (00:02:04) – Goh, ik denk waarom dat het te duur is hangt er maar vanaf hoeveel geld men wil spenderen aan zijn gezondheid. Ik denk mensen spenderen veel geld aan hobby’s, aan op reis gaan, aan de auto, aan weet ik veel wat. Maar als het neerkomt op de gezondheid zijn wij hier in België wel wat verwend, want dat is niet helemaal gratis, maar toch zeer goedkoop. En er is ook een grote terugbetaling op de geneesmiddelen. Dus ja, dat klopt dan wel, dat voedingssupplementen, daar zit dan geen terugbetaling op. En dat heeft een kost. Alles heeft zijn kost en die ontwikkeling van de topproducten zal ik maar zeggen, dat is ook niet goedkoop. Dus ja, dat komt met een prijs en voor sommigen is dat te veel.

Luck (00:02:51) – Zijn er twee dingen die meespelen. Enerzijds inderdaad die terugbetaling, maar dat is een kwestie van keuze neem ik aan. En ten tweede, volgens mij is dat nog volop in ontwikkeling en want er worden nog heel veel dingen bij uitgevonden de laatste jaren heb ik de indruk.

Jelle (00:03:06) – Ja, dat klopt, maar dat heeft niks te maken met een terugbetaling. Één, voor voeding kan je niet patenteren an sich. En twee, daar zijn geen terugbetalingen voorzien. Dat gebeurt wel hè, dat bepaalde verzekeringen, gezondheidsverzekeringen, die wel al eens durven een voedingssupplement terugbetalen als dat op voorschrift is van een arts of zo. Dat was dan een extra verzekering. Ik heb het ooit geprobeerd samen met professor Danckaarts uit Leuven om op basis van wetenschappelijk onderzoek dat we deden met een specifieke omega drie zes formule om een dossier in te dienen voor een terugbetaling, maar dat werd dan enkele maanden later negatief teruggestuurd.

Luck (00:03:52) – Oké terugbetaling, da’s één. Dat argument is dan van tafel geveegd. Het is een keuze, een keuze die je maakt voor je gezondheid. Maar wat ik bedoelde met de wetenschap die echt nog aan het groeien is. Ik geef een voorbeeld. Ik ken Sven al heel veel jaren. En toen dat die tien jaar geleden of ongeveer tien jaar geleden sprak van ja dat stoelgangonderzoek dat wordt bijvoorbeeld belangrijker, want daar ziet men veel meer in dan in een bloedonderzoek. Als ik daarmee naar de dokter ging. Ik werd daarmee weggelachen en dat komt meer en meer wordt dat een normaliteit. Dat het stoelgang onderzoek wel veel meer kan vertellen dan tien jaar geleden. Die wetenschap is toch nog in volle ontwikkeling.

Jelle (00:04:26) – Die is absoluut in volle ontwikkeling en ik kan u zeggen, een vijftien jaar geleden kwamen we in contact met een andere professor Maes en hij was de eerste die in België die dierf spreken over een hyperpermeabele darm, ook bekend bij de bij de bevolking, ondertussen wel bij de leaky gut. Waarbij de de de darmslijmvlies en eigenlijk stukgaan door geneesmiddelen, foute voeding, lifestyle problematiek, noem maar op. En dan kunnen die poreus worden waardoor onverteerde voedingsstoffen en dergelijke eigenlijk die barrière gemakkelijk kunnen passeren en zo de bloedbaan in komen waar ze daar dan op verschillende plekken in ons lichaam kunnen voor problemen zorgen. En hij sprak toen daarover en hij had ook bepaalde voedingsstoffen onderzocht en gevonden die konden helpen bij het herstel van die darmslijmvliesen. Maar als we daarover spraken richting de reguliere geneeskunde, ja, dan werd hij weggelachen en ik denk zelfs dat hij ooit de prijs gekregen heeft van de kwakzalverij in Nederland en dergelijke. Maar nu zijn we vijftien jaar later. Hij is hier weggetrokken is naar Thailand, heeft is de liefde gevlucht naar Thailand. Hij heeft daar een leerstoel en heel de wereld zit nu met grote ogen te kijken naar elke studie die hij publiceert. En dat zijn er heel veel en hij wordt nu enorm hoog wetenschappelijk ingeschat op dat vlak dus om maar te zeggen. En nu wordt hyper hyperpermeabele darm steeds meer en meer als een normale, het het wordt beschouwd…

Sven (00:05:59) – Het is bespreekbaar gemaakt.

Jelle (00:06:00) – Ja, ’t is een bespreekbaar onderwerp geworden en vijftien jaar geleden was het absoluut niet en nu wel. Dus er is wel degelijk een verandering gaande.

Luck (00:06:07) – Jij bent dagelijks de baan op, want jij zit helemaal in die supplementenwereld zal ik maar zeggen. Kom jij ook vaak die argumenten tegen dat mensen toch gaan discussiëren over iets waar jij dan heel diepgaand wetenschappelijk onderzoek hebt over gedaan?

Jelle (00:06:21) – Een goeie vraag. Ook daar krijgen we steeds meer begrip. Ook van de professionals die nu toch wel inzien dat we met onze gezondheid, dat we met alleen medicatie, bij wijze van spreken dikwijls niet voldoende gezondheidsproblemen kunnen aanpakken en dat preventie steeds belangrijker wordt. En dan start dat gewoon bij gezonde voeding hè. Maar, ja, voedingssupplementen kunnen daar dan ook een belangrijke rol in spelen in dat traject dus wat dat betreft zie ik ook wel weer een kentering, dat de gezondheidsprofessionals ook steeds meer openstaan om bepaalde goeie wetenschappelijk onderbouwde info te willen lezen en te willen aanvaarden. Om op te nemen in in een behandelplan.

Sven (00:07:09) – Ik denk dat ook ondertussen farmacie d’r een beetje opgesprongen is, want ze weten ook wel da de markt van de voedingssupplementen groeiende is. En ik denk dat je dat misschien wel kan beamen dat het toch nog wel groeit en dat er meer en meer mensen bepaalde supplementen nemen. Dat er een bepaald geloof in is. Maar als ik nu bijvoorbeeld een apotheek binnenstap, dan is dat eigenlijk voor een groot deel. Hetgeen dat je daar daar van voorziet is eigenlijk een supplementenwinkelen. Ik bedoel, dat ligt daar vol nu met magnesium en met zaken, met de cranberry voor als je een blaasontsteking hebt en die zaken. Dat zijn eigenlijk allemaal de gewone voedingssupplementen die er die er vroeger waren. Maar die dat je ergens in de natuurwinkel of zo moest gaan kopen die dat nu gewoon bij de apotheek liggen. En als je zegt van ik heb receptje bij dan krijg je de geneesmiddelen dan ergens helemaal vanachter liggen. Maar dat is dus eigenlijk een beetje supplementenwinkel geworden. En mijn vraag is dan, de voedingssupplementen die dat dan bij de apotheek verkocht worden? Zit daar dan een verschil in tussen diegenen die bijvoorbeeld in de natuurwinkel verkocht worden?

Jelle (00:08:08) – Het hangt er maar een beetje van af. Sommige merken zal je vinden in beide, zowel in de natuur gezondheidswinkel, als bij de apotheek. Wat wij wel merken is wij hebben een aantal jaar geleden een voedingssupplement ontwikkeld. Het gaat over cranberry hè? Dat is opgenomen geweest in een aantal zeer grote studies bij ouderen in oudere tehuizen om te kijken of dat het een effect of een bijkomend effect heeft of in vergelijking met zelfs antibiotica bij recurrente terugkomende blaasontstekingen. En daar zagen we dat ons formule, onze cranberry formule, quasi even goed deed als de antibiotica. Alleen zonder de negatieve bijwerkingen of zonder de antibioticaresistentie. Want, voor de cranberry concentraat daar kun je niet tegen resistent worden. Alleen was het een formule waar we gebruik maakte van de schil, het vruchtvlees, de pit, de steel. Dat was een beetje een complex van het geheel van de cranberry en dat liet dan het goede resultaat zien. Maar dan zie je natuurlijk wat er dan in een apotheek komt te liggen. Zijn dan producten die alleen maar gedroogd sap zijn of zo, die eigenlijk niet die kwaliteiten bevatten van die gehele cranberry. Maar ze verkopen het wel voor dezelfde toepassing. Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek dat uitgevoerd werd met dan, dat specifieke formule. Maar daar haken ze dan hun karretje aan vast en dan denk ik, we hadden de studie en de grote jongens gaan het dan kunnen verkopen bij de apotheek. Maar dan heb ik dat wel een beetje moeilijk mee. Gaat dat hetzelfde effect hebben? Vraagteken.

Luck (00:09:55) – Je zegt wij doen een bepaalde studie, je hebt een bedrijf en wat doet jouw bedrijf precies?

Jelle (00:10:00) – Ons bedrijfje Springfield-nutra is een wetenschappelijk georiënteerd bedrijfje dat gespecialiseerd is in de ontwikkeling, de verkoop en de communicatie van nutraceuticals. Nutraceuticals zij zo’n beetje de tegenhanger van pharmaceuticals. De nutraceuticals dat zijn eigenlijk voedingssupplementen met een eigen wetenschappelijke onderbouwing. En we zijn in deze redelijk uniek dat we echt graag actief meelopen in klinisch onderzoek. Dus onderzoek uitgevoerd bij mensen met bepaalde gezondheids problematiek, zodat we de beste garantie kunnen geven op wat betreft veiligheid van het product dat we dat we aanbieden en ook doeltreffendheid. En het is juist de originele voeringstof, het originele nutriënt dat gebruikt wordt in die studies dat wij willen op de markt brengen. En dat kan tweeërlei, ofwel gaan we mee bepaalde dingen ontwikkelen die dan in onderzoek gaan meelopen, of we zoeken naar bepaalde onderzoeken waarvan we weten dat is een heel specifiek product dat daar gebruikt werd. Dan gaan we kijken wie is daar de de fabrikant? En mogen wij daar dan de distributie van doen voor België, Nederland, Luxemburg, Europa? Dus op die manier willen we echt de originele grondstoffen, gebruikt in studies, ook in ons gamma opnemen om dat dan zo te kunnen aanbieden aan iedereen die daar interesse voor heeft.

Luck (00:11:19) – In welke mate zijn die wetenschappelijke onderzoeken dan belangrijk voor jou? Ga je die meteen gebruiken als die bekend zijn? Of ga je daar nog verder en dieper mee aan de slag vooraleer je een product ontwikkelt?

Jelle (00:11:29) – Ja, als er onderzoek gebeurd is met een specifieke formule, dan is dat een formule die ontwikkeld is geweest. Dus dan is dat een kwestie van, krijgen we goedkeuring in België en Nederland of Europa, want dat is allemaal verschillend, om dat te mogen verkopen. En dat heeft dan een notificatie procedure, moet dat hier in België doorlopen. Is dat zo? Kunnen we op de markt brengen? Om nog zo’n voorbeeld te geven; in 2003 verscheen er een eerste grote studie die ons vertelde dat bepaalde omega drie en zes vetzuren een effect zouden kunnen hebben op kinderen met ADHD problemen, concentratieproblemen, hyperactiviteitsproblemen. En wij hebben toen beslist om te wachten op nog meer bevestigend onderzoek. Maar dat was niet zo slim blijkbaar, achteraf gezien, want er zijn heel veel bedrijven opgesprongen en die hebben gezegd van oh kijk. Omega drie kan kinderen met bepaalde ADHD problemen verder helpen en die gingen dan hun omega drie supplement aanbieden als het grote alternatief voor methylfenidaat, beter bekend bij de mensen als relatine. Nu tien jaar later werkte dat voor heel veel mensen of kinderen helemaal niet. Dus die hype is een beetje ingezakt. Aan de hand daarvan ben ik zelf persoonlijk gaan kijken, maar hoe komt dat nu toch, dat onze formule die wij al jaren gebruiken dat die het in onderzoek wel steeds goed doet. En dat bleek dan, omdat er een andere formule was waarbij niet alleen omega drie, maar ook een klein beetje GLA – dus een omega zes vetzuurtje – hebben bijgedaan. En dat gaf dan een dusdanig synergetisch effect dat dat wel degelijk significante resultaat gaf. Daar waar alleen omega drie producten eigenlijk niet meer als een placebo effect lieten zien. En dat heb ik dan in in een onderzoek gegoten. In een review onderzoek naar zijn vorig jaar gepubliceerd in een vakblad.

Luck (00:13:25) – De vraag lag op mijn lippen Jelle. Zijn er bedrijven die dan zeggen van er is een bepaalde formule, die maken er een bepaald afkooksel van dat er op lijkt. Die gooien dat op de markt. Maar dat is helemaal niet zo efficiënt als ze eigenlijk beloven dan.

Jelle (00:13:37) – Dan is een beetje het probleem, dus niet alleen bij die cranberry zagen we dat, dus bij die omega drie zien we dat ook. En dat is ook de reden waarom dat wij erop hameren en waarom dat wij die wetenschap zo belangrijk vinden. Zodat we kunnen aantonen dat dit eigenste product, uit het Springfield-nutra gamma, is meegelopen in die en die onderzoek en geeft dat resultaat. Een Mito of iets gelijkaardigs of als je gebruik maakt van bepaalde minderwaardige grondstoffen, kan het goed zijn dat uw werking gewoon helemaal tot niets wordt herleid. Dus dan koop je eigenlijk een beetje gebakken lucht. En dat is een beetje het gevaar van voedingssupplementen dikwijls.

Sven (00:14:16) – En hoe spring je dan om met bijvoorbeeld, dagelijks aanbevolen hoeveelheid? Want ik weet voor sommige zaken moet erop staan van oké, je mag maar zoveel nemen van een supplement wat soms gewoon, om werkzaam te zijn of in sommige gevallen werkzaam te zijn veel te laag is. Hoeveel dat je gewoon al mag in een supplement steken verschilt ook van land tot land, daar hebben we het ook al eens over gehad. Hoeveel dat je nodig hebt om gezond te zijn is hier anders dan in een ander Europees land. Laat staan bijvoorbeeld Amerika, waar je veel meer ergens mag insteken van bepaalde vitaminen en zo. Dus als je nu zegt, in die studie blijkt dat je zoveel nodig hebt, maar onze Belgische wet zegt, je mag zoveel niet in een supplement steken. Wat dan? Hoe ga je daar mee om? Zeg je, dat brengen we niet op de markt want dat gaat toch niet werken? Zeg je oké, dan steken we er zoveel in. We zetten op de verpakking twee per dag nemen en we vertellen aan iedereen die het gaat voorschrijven; eigenlijk heb je er acht nodig of hoe ga je ermee om?

Jelle (00:15:12) – Wat wij wel doen is steeds doorverwijzen naar orthomoleculaire artsen die weldegelijk verstand hebben van welke doseringen effectief blijken. Wij houden onszelf aan wat door de overheid gemaximaliseerd is of het wat maximaal toegestaan is. Daar mogen we niet over gaan, want dan krijgen we zware boetes toebedeeld wat we absoluut niet willen. We houden dus wat ons de wet ons voorschrijft. Maar we gaan er wel van uit dat voorschrijvers, adviseurs, artsen, therapeuten, noem maar op. Dat die wel weten waar zij mee bezig zijn, met hun vak en kennis en dat zij dan de patiënt kunnen zeggen van kijk op uw verpakking staat slechts twee capsules per dag toegestaan. Maar als arts mag je wel degelijk doseringen aanpassen. En dan kan hij een hogere dosering aanbevelen. Maar wij als bedrijf mogen dat niet.

Sven (00:16:03) – En vanwaar komt het dat hier onze Belgische overheid zegt, dit mag er maar in zitten en niet meer? Op wat is dat gebaseerd?

Jelle (00:16:10) – Ik denk dat dat verschillende factoren zijn. Ik denk enerzijds dat dat geschiedkundig zo gegroeid is en ik moet wel zeggen dat er ook aanpassingen gebeuren om dus de aanbevolen dosering, bijvoorbeeld voor vitamine K2, die is de afgelopen jaren altijd opgeschoven naar boven, vitamine D hetzelfde. Men ziet weldegelijk dat die lage doseringen eigenlijk niet meer in verhouding staan tot de noden. En als de overheid daar dan beslissingen neemt dan. Maar dat is een overheid, dat beweegt, maar dat beweegt heel traag. Dat is een olifant een beetje. Het beweegt maar zeer traag, dus wij zien niets in onderzoek, maar voordat dat dan uiteindelijk in een advies van de overheid komt. Daar kunnen jaren overgaan. Wij hopen en wij denken wel degelijk dat dat professionals goed weten waar ze mee bezig zijn.

Sven (00:16:56) – Ja, maar ’t is vaak. Als ik zeg, neem er maar zoveel. En dan moet je al vaak zeggen ik weet dat er op de verpakking staat, zoveel maar. Maar mensen krijgen schrik want er moet altijd op staan aanbevolen dosering niet overschrijden, buiten bereik van kinderen houden etc. Dat moet allemaal. Dan moet het nog in onze drie landstalen ook nog, want anders is het allemaal niet in orde. Je moet als supplement inderdaad ook dat nutsnummer hebben, want anders is het een verboden product. Wat ook nog zo iets is, dat enkel maar in België is en in andere landen ook weer niet.

Jelle (00:17:29) – Jawel, het klopt niet helemaal, in Frankrijk en Italië. Die hebben ook een gelijkaardig systeem. En ik weet bijvoorbeeld omdat ik voor Frankrijk ook regelmatig van die notificatie dossiers moet invullen. Ze vinden het wel leuk als het in België al genotificeerd is. Dus wij zijn wel een beetje een voorbeeldland voor velen. Als het in België genotificeerd is, dan is het in orde. Enfin, het is misschien niet leuk, maar het is misschien dan ook weer wel een voordeel.

Sven (00:17:56) – Nee maar ’t is ook een beetje. In deze tijd een beetje belachelijk. We hebben het internet. D’r zijn zaken die dat je in in België zogezegd niet mag verkopen omdat ze geen notificatienummer hebben. Maar je mag hem wel gewoon via internet bestellen in Nederland en het wordt morgen gewoon naar jou opgestuurd en geen enkel probleem.

Jelle (00:18:13) – Ook daar probeert men strenger op te controleren. We krijgen regelmatig aanbevelingsbrieven van de overheid en daar staat dan duidelijk in, we gaan echt poging doen om. Natuurlijk dat tegen dat we kunnen niet hè, dat is onmogelijk. Maar ze willen dus meer controle gaan uitvoeren op bepaalde voedingssupplementen die eigenlijk niet genotificeerd zijn, die uit het buitenland komen die ze toch willen, zoveel mogelijk hier gaan weren.

Sven (00:18:38) – Als je kijkt, je kan hier veertig kilometer verder de grens over gaan, in Nederland naar Albert Heijn gaan en daar staan bepaalde voedingssupplementen in. Doseringen die voor de Belgische markt gewoon te hoog zijn?

Jelle (00:18:50) – Ja, 100%.

Sven (00:18:51) – Dat is dus het belachelijke aan de zaak dan.

Jelle (00:18:53) – Ja, dat klopt. Bijvoorbeeld Acetylcysteine, NAC.

Sven (00:18:57) – Lysomucil.

Jelle (00:18:58) – Lysomucil ja, bekend in de volksmond als lysomucil. Klopt.

Luck (00:19:02) – Zou je dat een beetje kunnen vertalen alstublieft? Voor de gewone gebruiker?

Sven (00:19:04) – Ja, dat is hetgeen dat de dokter jou voorschrijft. Luck, als je zo’n beetje een vastzittende hoest hebt, dat zakje dat je dan neemt of die bruistablet dat je dan neemt om de slijmen los te krijgen. Dat is eigenlijk gewoon een aminozuur.

Luck (00:19:18) – Ja nu ben ik mee Jelle.

Jelle (00:19:19) – Ja, sorry, dat is het aminozuur, voilà. En vroeger, als ik me niet vergis in België, ik dacht zeker 500 milligram daghoeveelheid toegestaan en die is de afgelopen jaren alleen maar naar beneden gegaan. En ik heb toen eens contact opgenomen met de overheidsdienst die de controles uitvoert en ik heb gevraagd, waarom is dat nu plots nog maar 299 milligram? Dus vanaf 300 milligram moeten wij het zogezegd notificeren als geneesmiddel. Ik vroeg, hoe komt dat? Vroeger was dat 500 milligram. In Frankrijk mag duizend, in Nederland ook niet zo’n hoge drempel. En hier in België is dat nu nog minder. Is dat 300 milligram. Kreeg ik als antwoord; at heeft te maken met het feit als farmabedrijven hun over-the-counter geneesmiddelen zoals en acetylcysteine, lysomucil gaan indienen of notificeren als geneesmiddel vanaf een bepaalde dosering. Dan gaan we daarin mee, dus die volgen eigenlijk gewoon wat het de farma doet en dan gaan zij hun normen daaraan aanpassen. Dus in het nadeel van ons voedingsstoffenbedrijven. Dus ja, vinden wij dat eerlijk? Neen. Maar ja, dan moet je daar leren mee omgaan. En dus hebben wij bepaalde producten met NAK in moeten terugbrengen van 500 milligram naar 299 milligram om in orde te zijn voor de Belgische wetgeving.

Sven (00:20:48) – Maar de werkzaamheid gaat dan ook wel naar beneden, dus je moet eigenlijk al twee keer zoveel gaan nemen, maar dat mag je niet op je verpakking zetten.

Luck (00:20:55) – En daar had ik nog een vraag over, want ik voel onze mailbox stilaan ontploffen. Het is heel gemakkelijk om ons te bereiken via hallo@beerweters.be, maar ik kan mij best inbeelden dat mensen de vraag willen stellen; Is het dan effectief waar dat een bepaalde aangewezen hoeveelheid per dag, dat die dan door professionals overschreden wordt? Is dat een gebruikelijke praktijk? Ik vind het fijn van dat van experten te horen.

Jelle (00:21:20) – Kijk, je hebt een ook een aantal bepaalde orthomoleculaire artsen die graag met hoge doseringen werken. Omdat ze ervan overtuigd zijn dat bepaalde hoge doseringen veel beter zullen werken dan voedingsstoffen in een lage dosering gaan toedienen. Zeker in bepaalde gezondheids of ziektebeelden. En die zullen dan effectief hoge doseringen ook adviseren.

Luck (00:21:47) – Heeft dat zijn nut?

Jelle (00:21:47) – Als dus als een studie aangeeft dat ze met drie gram van een bepaalde voedingsstof of een combinatie van voedingsstoffen bepaalde resultaten zien bij een ziektebeeld of bij mensen met een doelgroep? Ja, en we mogen maar de helft ervan op onze verpakking zetten. Als die arts dan de dosering voorschrijft die in de studie gebruikt is, ja dan volgt die maar gewoon wat er wetenschappelijk onderbouwd is. Dus heeft dat dan zijn nut? Ja, hoogstwaarschijnlijk wel, anders klopt dat verhaal natuurlijk niet.

Luck (00:22:20) – En ik kan mij best inbeelden dat de patiënt hier de dokter gaat geloven. Maar anderzijds, als die dokter zegt; dat is voorgeschreven, dat mogen we dan maar nemen, geloven die mensen dat ook? Dus ik wil maar even die luisteraar dat die efkes naar jou als expert luistert en ook naar zijn dokter natuurlijk. Maar dat hij zelf de keuze maakt.

Jelle (00:22:38) – Maar da’s zo moeilijk hè? En wij zeggen als wij als bedrijf uit, wij mogen eigenlijk geen advies geven, alleen maar wat wij op de verpakking mogen zetten. Dat is bij wet vastgelegd. En verder is het aan de arts, therapeut, apotheker om daar adviezen over te geven en ik laat dat ook aan hun. Ik laat het ook helemaal aan hun. Wij kunnen alleen wel zeggen, hier zijn studies waarbij die stof gebruikt is in die en die hoeveelheden. En meer mogen wij niet zeggen.

Luck (00:23:08) – Voilà. Maar jullie zijn alle twee gasten die heel veel studies lezen. Ik wil het even over een andere boeg gooien. Hoe zit dat met die studies die vertellen dat onze grond niet meer de kwaliteit heeft van vijftig jaar geleden? Want Sven dat heb je al meerdere malen in verschillende afleveringen gezegd en nu wil ik even van Jelle horen. Heeft hij diezelfde ondervindingen? Lees jij ook dat soort van onderzoeken nog steeds? En gaat het bergaf of gaat het stilaan terug beter?

Sven (00:23:31) – Het gaat niet alleen over dat onze grond verarmd is, maar ik krijg vrij veel mails vind ik, van congressen en zo die georganiseerd worden. Waarover dat het gaat over ondervoeding hier in België en dan gaat het niet over calorieën. Het gaat niet over veel te magere mensen, maar gewoon vooral oudere mensen die gewoon veel te weinig voedingsstoffen binnenkrijgen. Waarom? Heel veel eten dat we eten heeft nog zelfs niet meer in de grond gezeten hè? Ik bedoel, ik moet tegen mensen tegenwoordig zeggen, bijvoorbeeld soep heel goed, heel gezond, dan moet je gaan uitleggen dat zo de Royco soep eigenlijk geen soep is. Ik bedoel poeder waardat we heet water over gooien. Dat kan lekker zijn, maar d’r zitten weinig dingen in die nog in de grond gezeten hebben.

Jelle (00:24:15) – En de bodemuitputting, dat is geen geheim. Maar ik bedoel, dat is ondertussen wel algemeen geweten dat bepaalde mineralen en zo tot 50% minder dan in de jaren 50-60 bijvoorbeeld, als we dat vergelijkende er studies geweest die dat gemeten hebben toen. Elke zoveel jaar opnieuw gemeten hebben en dan komen nu uit, dat het minerale gehalte van bepaalde granen, waaronder zink, koper, ijzer, magnesium door die intensieve landbouw gedaald zijn van twintig tot zelfs 50% in de bodem. Dus dat daar het probleem eigenlijk al ontstaat. Dat is ook de reden waarom dat je nu… Ik heb een bevriende arts, dokter Boydens. Die heeft een vzw opgericht om terug aan regeneratieve landbouw te doen of om terug meer aan regeneratieve landbouw te doen. Hij heeft een aantal mensen onlangs op een congres uitgenodigd die er kwamen over spreken hoedat we de landbouw terug moeten gaan – heruitvinden is een groot woord – maar terug opnieuw moeten gaan doen. Op een dusdanige manier waarbij we de bodem terug heel fertiel kunnen krijgen waardoor de voeding die we opeten ook terug de goede waarde bevat aan vitaminen, mineralen, noem maar op. En dat is nu met de intensivering van de landbouw de afgelopen vijftig jaar ernstig achteruit gegaan.

Luck (00:25:42) – Op welke tijdspanne kunnen we dat repareren denk jij? Stel dat we met z’n allen heel collectief de zaak gaan gaan verbeteren? Over welke tijdspanne spreken dan? Is dat iets over vijf jaar? Is dat terug vijftig jaar dat dat moet herstellen?

Jelle (00:25:54) – Dat is een goeie vraag en daar kan ik nu niet op antwoorden. Er zijn initiatieven gaande om daar wel ook weer op dat vlak een kentering te krijgen. Maar als je dat moet gaan zien op grote schaal wordt dat een ding van lange adem.

Luck (00:26:10) – Oké, ik denk dat we het nut van supplementen zowat bewezen hebben, maar kan je in een notendop vanuit jouw ervaring ons een overzicht geven van wat de belangrijkste supplementen zijn waar waarschijnlijk de meeste mensen een tekort aan hebben.

Jelle (00:26:24) – Ik hoor hier net door Sven al zeggen dat magnesium en omega drie, die staan ook in mijn lijstje en ik wilde daar nog zeker vitamine D en vitamine K2 aan toevoegen. Zeker vitamine K2 omdat dat nog redelijk onbekend is bij heel veel mensen. En die heeft toch wel enorme gezondheids gezondheidsbevorderende eigenschappen. En daar hebben we ook heel veel mensen – niet iedereen – maar toch heel veel mensen hebben daar een tekort. Als we dat tekort kunnen gaan aanvullen dan ga je zien dat er heel veel zaken op gezondheidsvlak een stuk beter zullen gaan. En dan link ik dat aan bodgezondheid en hart en bloedvaten.

Sven (00:27:09) – Ook nooit getest hè? Vitamine K of K2? In een gewoon bloedonderzoek wordt dat nooit getest.

Jelle (00:27:16) – Nee, da’s ook niet zo evident om dat te testen. Maar het kan nu wel blijkbaar, maar zo in een standaard onderzoek wordt dat nog niet getest. Maar da’s hetzelfde met omega drie wordt ook niet getest in een standaard onderzoek. En co-enzym Q10 wordt ook niet getest in een bloedonderzoek. Dat kan allemaal wel, maar dat kost bovenop de terugbetaling weer veel geld.

Sven (00:27:33) – En vitamine D is nog maar enkele jaren dat we overtuigd zijn van dat nut heeft en dat iedereen dat zou moeten bijnemen hè.

Luck (00:27:39) – En wat jij heel vaak zegt Sven in vorige afleveringen Je hoeft de omega drie niet te laten testen, want die staat sowieso te laag.

Sven (00:27:45) – Ik denk dat bij het het merendeel van de westerse mensen dat toch zeker te laag staat.

Jelle (00:27:51) – Dan zal omega drie denk ik niet het enige niet het enige zijn dat dat bij veel mensen… Ik zeg net, D, K2 vind ik ook enorm belangrijk.

Sven (00:28:01) – Maar vitamine D als mensen een bloedonderzoek laten doen wordt vitamine D nu wel getest en dan staat dat inderdaad bij zo goed als iedereen te laag. Maar artsen zijn nu al wel degenen die zeggen van oké dit zou mogen bijgenomen worden. Dus dat is eigenlijk al wordt al door artsen gezegd, terwijl dat de meeste artsen, magnesium of omega drie nog absoluut niet gaan testen. Maar ze testen het wel magnesium. Maar ja, weet je wat ik daarover gezegd heb? Dat het niet echt een goede indicatie is of dat je nu wel of niet voldoende magnesium hebt hè?

Jelle (00:28:31) – Bijkomend, en dat wordt nu ook door die mensen meer en meer ook toegegeven, ze kennen er gewoon niks van. Echt, dat wordt in de opleiding te weinig aan bod of bijna niet. Voeding komt bijna niet aan bod in de in de reguliere klassieke artsen opleidingen. En ik geef nu zelf toch redelijk wat lezingen voor kinderpsychiaters. Over het nut van omega drie en zes, aldanniet in combinatie met methylfenidaat bij kinderen met ADHD. En als ik dat tien jaar geleden over begon, dan trokken die allemaal heel grote ogen en dan bekeken die mij: “Van welke planeet komt die? Omega drie? Visolie en dergelijke? Gaat dan nu die kinderen toch iets kunnen bijbrengen of niet? Ofwel?” En nu doe ik dat opnieuw en nu zijn er toch heel veel van diezelfde mensen die zeggen: “Ja, maar moeten we dan eens niet eerst kijken naar de voedingstatus?” Eindelijk! Denk ik dan. Er beweegt wat op dat vlak, dus ik kan dat alleen maar toejuichen. Dat maakt me eigenlijk wel gelukkig en vrolijk. Mensen beginnen toch wel wel wel anders te kijken.

Sven (00:29:33) – Er liggen al terug vissticks op het bord nu.

Luck (00:29:37) – Wat lijkt me heel interessant om daar is een andere aflevering aan te wijden over kinderen en voeding, want dat hebben we eigenlijk nog niet zo heel veel gedaan. Maar goed. Tot slot, ik vertegenwoordig de normale mensen in de straat die er eigenlijk niks van weet. Stel dat iemand naar deze aflevering zit te luisteren en die is ondertussen overtuigd dat onze bodem niet meer dezelfde mineralen heeft dan vijftig jaar geleden. Dat zijn voedingsschema niet altijd optimaal is en daarvoor uit de grond komt. Meestal wel uit een pakske of uit de plastiek of uit een diepvries. Maar waar beginnen we, Jelle? Waar gaan we de bomen door het bos kunnen zien op gebied van supplementen? Waar starten we?

Jelle (00:30:14) – Oké, waar we starten en daar wil ik efkes meegeven. Waar we starten is in ons bord. Als je weet dat 70% van de mensen niet voldoen aan de standaard voedingsaanbevelingen die door de overheid worden aanbevolen. Dat gaat dan over 200 gram groenten twee-drie stukken fruit per dag, zoveel gram omega drie of minstens één keer per week vette vis. Als je weet dat daar meer, veel meer dan de helft van de mensen niet aan voldoet, dan zou ik zeggen. Begin dan daar, en dan als er dan toch bepaalde voedingsstoffen nutriënten willen bijgenomen worden. Dan altijd kijken naar de bedrijven in hoeverre dat die de wetenschap effectief volgen of misschien ook deelnemen zoals wij dat dan doen. Aan wetenschap. En zijn die producten genotificeerd? Want dat geeft dan toch ook al een beetje een zekerheid dat dat toch minimaal, dat dat toch in orde is. Dat er geen stoffen in zullen zitten die niet die niet kunnen of die niet mogen. Verder heel veel zelf lezen, opzoeken, podcasts luisteren zoals deze.

Luck (00:31:22) – Ik wou net zeggen, ik wou net zeggen Sven, dan zijn we terug bij het begin. Aflevering één, twee, drie en vier. De basis van de basis, de werking van koolhydraten, eiwitten en vetten. Daar zijn we dan terug een beetje bij aanbeland.

Jelle (00:31:36) – Ja, maar dat is ook mijn inleiding. Voor die kinderpsychiaters. Helemaal terug naar die naar die voeding. Onze macro en onze micronutriënten? En hoe zit dat in mekaar en waarom zijn die belangrijk en wat doen die allemaal. Enfin, jullie hebben het waarschijnlijk uitgebreid al gehad in aflevering één, twee, drie en vier.

Sven (00:31:52) – Ik nodig u uit Jelle ze allemaal… Je staat er nog een stuk of 60 achter denk ik.

Jelle (00:31:57) – Dat staat als een huis en ik denk dat zeer belangrijk is om van daar te starten.

Luck (00:32:03) – Ik wil het in een volgende aflevering met jou wel hebben over de kinderpsychiaters. Mag ik jou voor de rest van harte bedanken voor deze aflevering. “Het nut van supplementen.” Heel laagdrempelig denk ik. Of zijn we iets vergeten te vertellen?

Jelle (00:32:16) – Nee en als dat zo is, dan is dat voor een volgende keer.

Sven (00:32:18) – Dan zullen de vragen nog wel komen denk ik, Luck. Ze kunnen jou altijd bereiken via de email.

Luck (00:32:24) – De sociale media. We vragen om alstublieft Instagram te liken en mail te sturen naar hallo@beetweters.be . Dat stemt ons vrolijk en dat geeft ons zoveel inspiratie om nieuwe afleveringen te blijven maken. Jelle D’Helft van Springfield-nutra van harte bedankt dat jij hier wou zijn.

Jelle (00:32:39) – Bedankt voor de uitnodiging en hopelijk tot een volgende keer.

Sven (00:32:42) – Tot de volgende, ook van mij, tot de volgende!